zondag 30 december 2012

De deugd van krultricot...


Als je wel eens met tricot werkt, dan weet je het: die dunne krultricot is vréselijk om te verwerken. Maar het krullen is ook wel een leuke eigenschap. Waarom niet hier gebruik van maken?

Dit shirt heb ik gemaakt van tricot die lekker krult, en ik moet zeggen: die Indianenlook bevalt me wel!

Wil je ook zo'n shirt maken? Hieronder leg ik uit hoe ik het gemaakt heb.



Hoe maak je een franjeshirt?

Je neemt een patroon van een watervalshirt. Hier gebruik ik shirt 5 uit Ottobre 2/2009.

De bovenkant van het voorpand heeft een beleg. Dit knip je af en gebruik je voor een nieuw patroondeel: Aan het uiteinde van dit beleg (de lange kant) teken je een rechthoek met een lengte van ongeveer 38 cm. Als je langere of kortere franjes wil, neem je een andere lengte. Nu heb je een nieuw patroondeel (dat we hierna het 'franjestuk' noemen). Op de foto zie je het rechtsonder.

LET OP: wanneer je het franjestuk uit de stof knip, let er dan op dat de krulkant van de stof met de lengte van het patroondeel meeloopt! Anders heb je geen krul. Ik moest het patroondeel dwars leggen ten opzichte van de andere patroondelen voor het juiste resultaat. En vergeet niet om het aan de stofvouw te leggen!

Het rechthoekige deel van het franjestuk knip je nu in tot een lengte van 28 cm. Je neemt gelijke afstanden van ongeveer 1,5 cm.

De goede kant is niet per sé de goede kant van de stof, maar de kant waarop de franjes bol zijn.

Je legt de GOEDE KANT van het franjestuk op de VERKEERDE KANT van het voorpand en stikt het vast.

Dan vouw je het franjestuk naar de andere kant. Je speldt de schoudernaden op elkaar en dan zet je het vast met rimpeldraden, want dit stuk moet straks gerimpeld worden.

Zoals je op de foto ziet, zet je alleen het belegdeel van het franjestuk vast, het rechthoekige deel laat je los hangen, dat krult vanzelf mooi naar binnen en hoeft dus ook niet afgewerkt te worden.

De hals van het achterpand werk je af met het beleg of mooier nog, met een boord.

Vervolgens leg je de panden met de goede kanten op elkaar. Je rimpelt de schoudernaden van het voorpand in, en stikt het vast. Het best kun je het eerst even rijgen, zodat je kunt controleren of het franjestuk aan de voorkant goed zit.

Zet nu de mouwen in; daarna zij- en mouwnaden sluiten.
De onderkant en mouwen zomen.

Nog even strijken en KLAAR!







3 opmerkingen: